De geschiedenis van De Contactvereniging Zestig Plus Renkum, opgetekend vanuit documenten die door de jaren heen bewaard zijn gebleven.
De vereniging bestaat al meer dan 50 jaar. Er zijn nog notulen van de oprichtingsperiode: keurige, maar moeilijk te lezen, met de hand geschreven aantekeningen in een opschrijfboekje.
De eerste vergadering vindt plaats op 26 januari 1966. De grondlegster van de vereniging is mevr. Nijhuis, die zich vooral ten doel stelt om hulp te verzorgen voor de bejaarden in Oosterbeek. Er vinden talloze voorbereidende besprekingen plaats o.a. ook met het bestuur van bejaardenzorg UVV, Oosterbeek.
Artikel 3 van de toenmalige (concept)statuten luidt als volgt:
- het zoveel mogelijk onderling verlenen van bijstand door en aan leden.
- het ter beschikking stellen aan de leden van al dan niet betaalde krachten, indien onderlinge hulp niet doelmatig zou zijn.
- het houden van bijeenkomsten ter bevordering van het contact tussen de leden.
Het moet een bejaardenvereniging worden, vooral met het doel om eenzame bejaarden op te vangen. Het moet een vereniging worden zonder betaalde krachten, maar met de afspraak elkaar te helpen. Mocht hulp langdurig nodig zijn dan moet de vereniging kunnen terugvallen op betaalde krachten. Het zal ook niet moeten gaan om huishoudelijke hulp. De oorspronkelijke naam van de vereniging is: “Vereniging van gepensioneerde bejaarden”. Er is een nauwe samenwerking met de stichting maatschappelijk welzijn Arnhem.
Er wordt een voorlopig bestuur samengesteld. In november 1966 wordt een bijeenkomst gehouden in “De Coehoorn” in Arnhem en een koffieochtend in “Hartenstein”. Er worden stappen ondernomen om de vereniging via een notaris officieel erkend te krijgen “met het oog op eventuele subsidie”. Op 23 januari 1967 worden de conceptstatuten en het huishoudelijk reglement besproken. Aangezien leden tenminste 60 jaar oud moeten zijn, wordt de naam van de vereniging gewijzigd in “Vereniging 60+”. Een uitzondering vormen de zogenaamde “contactdames”, die nog geen 60 jaar hoeven te zijn, geen lid kunnen worden, maar wel worden toegelaten als “adviseuses”. Zij helpen alleen en betalen geen contributies. Deze groep dames zijn te vergelijken met de huidige contactpersonen.
De eerste ledenvergadering wordt gehouden op 8 maart 1967. De statuten worden goedgekeurd door de aanwezige leden. Deze zullen nu worden ingezonden om koninklijke goedkeuring te krijgen. Onduidelijk is uit hoeveel leden de vereniging dan bestaat. De jaarlijkse contributie bedraagt ƒ10,00. Er worden koffieochtenden gehouden in Café Royal in Arnhem en in Hartenstein. Deze zijn zeer geanimeerd en de opkomst is gemiddeld 25 leden. Bijeenkomsten en lezingen worden gehouden in de “Coehoorn”. Er wordt dat jaar ook al voor de eerste keer een excursie georganiseerd naar Flevoland en Harderwijk.
In oktober is de vereniging gegroeid tot 108 leden. Nieuwe aspirant leden worden eerst door het bestuur goedgekeurd voor zij definitief lid kunnen worden. Er zijn 15 hulpen, die werkzaamheden verrichten voor ƒ 2,50 per uur. Ondanks het feit dat er maar 30 leden op de algemene ledenvergadering in oktober zijn komen opdagen, vindt de toenmalige voorzitter het een positief teken, dat “de leden niet alleen lid worden voor de koffieochtend en bijeenkomsten, maar ook om straks in tijd van nood een beroep te kunnen doen op onze vereniging voor hulp, wat een rustig gevoel geeft”. De contributie voor echtparen wordt verhoogd naar ƒ15,00 per jaar.
Op 23 november 1967 wordt de naam van de vereniging veranderd in “Contactvereniging 60+”, zulks op verzoek van de minister om Koninklijke goedkeuring te kunnen verkrijgen. Op 27 december 1967 is deze goedkeuring officieel ontvangen.